
Soms heb je van die dagen waarop je denkt: we zouden eigenlijk iets moeten doen… maar dan direct daarna besluit: of ook niet. Vandaag was precies zo’n dag. Een rustdag dus. Wederom. En daar zijn we helemaal niet verdrietig om.
We zetten geen wekker. Geen haast, geen planning, geen sightseeing, geen wandelroutes vandaag. Alleen maar luchtige plannen en een koelkast die ons smekend aankeek om weer aangevuld te worden.
De ochtend begon zoals ochtenden op rustdagen beginnen: langzaam. Kinderen nog een soort van in coma, wij met een kop koffie in de hand onder een boom te bedenken wie er ‘vrijwillig’ mee zou gaan naar de supermarkt. Want ja, zelfs op een rustdag moeten er boodschappen gedaan worden. We kunnen nu eenmaal niet leven op chips, gesmolten chocolade en de laatste restjes water uit flessen die warm zijn geworden tot het kookpunt.
Uiteindelijk ging ik, samen met Vedran, de lokale supermarkt onveilig maken. In m’n hoofd speelde een soort boodschappen-Bingo: melk ✔️, brood ✔️, water (veel water!) ✔️, iets lekkers ✔️. En natuurlijk altijd dat ene gangpad waarin je verdwaalt en ineens drie dingen koopt die je totaal niet nodig hebt maar waarvan je op dat moment denkt: ja, dit is essentieel voor mijn vakantiegeluk.
Terug op ‘de basis’ werden we begroet door halfslapende kinderen en een geur van zonnebrand, handdoeken en vrijheid.
De rest van de dag speelde zich af rondom water. En met rondom bedoel ik: erin, eruit, bommetje, duiken, handstand in het water, handdoek op je hoofd omdat je ‘even geen zon wil’, en dan toch weer in het water. Zwemmen, hangen, dobberen. Alles op het tempo van een slak met vakantieverlof.
Op de achtergrond klonk af en toe gelach, een plons, een “kijk dan wat ik kan!” gevolgd door een (bijna) buikschuiver. De sfeer was loom, het humeur was uitstekend en de energie was op een laag pitje – precies zoals je het wil op dag zoveel van een zomervakantie.
Geen plan is ook een plan
Tussen het zwemmen door deden we waar we vandaag echt in uitblonken: niks. Geen museum, geen stadje, geen planning. Alleen maar kunstjes van elkaar bekijken (altijd vermakelijk), boekje lezen (of tien keer dezelfde pagina omdat je wordt afgeleid door een nat kind op je schoot), en vooral: gewoon zijn.
De kinderen vonden het heerlijk. Geen gesleur, geen wandelingen waarbij ze na drie minuten vragen hoe ver is het nog. Alleen maar zwemmen, chillen en tussendoor wat eten alsof ze een onzichtbare competitie hebben wie het meeste kan verorberen in één dag.
Conclusie van de dag
Als vakantie een soort menukaart was, dan was vandaag het toetje. Zo eentje zonder opsmuk. Gewoon een bakje vanille-ijs met een theelepeltje geluk. Soms moet je gewoon niet teveel willen. Gewoon even zijn waar je bent, zonder iets van jezelf te verwachten. Niet alles hoeft een highlight te zijn. Soms is het hoogtepunt van de dag gewoon een koud drankje in de schaduw en een kind dat lacht omdat-ie een handstand onder water heeft gedaan. Of was het een koprol? Ach, maakt ook niet uit.
Morgen zien we wel weer verder. Misschien een uitje, misschien nog zo’n dag als vandaag.
Eerlijk? Ik teken ervoor.
Reactie plaatsen
Reacties