Kroatië en Bosnië dag 17 Neum, chagrijnige bakkers en vakantie-goud in Girice-vorm

Gepubliceerd op 4 augustus 2025 om 16:05

De dag begon zoals onze dagen hier eigenlijk altijd beginnen: met het vaste ochtendrondje van koffie, kids, boodschappen. Alleen… die boodschappen gingen dus mooi even niet door. Het was zondag. En hier in Bosnië betekent dat: supermarkten dicht en winkels dicht. Gelukkig was de bakker wel open, want brood moet.

 

En ja hoor, daar stond ze weer. Onze favoriete bakkersvrouw. Nou ja, favoriet… Ze is zo chagrijnig dat het bijna kunst is. Echt, als chagrijnigheid een Olympische sport was, dan had deze vrouw goud, zilver én brons binnengeharkt. Elke dag staan we weer een beetje hoopvol voor de toonbank: zou ze vandaag… misschien… een beetje vriendelijk zijn? Nee hoor. Alsof ze stiekem in haar pauze citroenen staat te sabbelen. Maar we vinden het inmiddels hilarisch. Zeker toen ze laatst een brood in de vitrine smeet die wij niet wilde hebben. Het is een soort ochtendbingo geworden: “Heeft ze vandaag ‘goedemorgen’ gemompeld of zijn we weer alleen op oogrolniveau?”

 

Na het ontbijt en wat rondhangen in de tuin merkten we: de rust begint een beetje in onze kont te kriebelen. Twee weken lang op het vakantie-tempo leven is heerlijk, maar op een gegeven moment krijg je last van zitvlees-vermoeidheid. De hele dag bij het zwembad? Nee, vandaag niet. Dus besloten we naar Neum te gaan. Het enige piepkleine stukje kustlijn dat Bosnië rijk is. En dat moet je dan toch een keer gezien hebben.

 

We vertrokken pas einde middag. Want overdag daarheen rijden, in de brandende zon, met kinderen op de achterbank die om de tien minuten vragen of we er al bijna zijn… dat is geen vakantie, dat is een mentale survivaltocht.

 

De route ernaartoe was prachtig. Je weet wel, zo’n weg waar je om de drie bochten tegen elkaar zegt: “Wauw, kijk nou!” en dan meteen daarna: “Shit, ik had toch even een foto moeten maken.” Maar ja, die foto’s pakken het nooit zoals het echt was. Altijd zo’n bleke, teleurstellende versie van de werkelijkheid. Je zit dan met zo’n wazige berg in beeld en denkt: Nou, als je er niet bij was, geloof je bijna niet dat dit indrukwekkend was.

 

Eenmaal aangekomen in Neum parkeerden we de auto en plofden neer op een terrasje voor een verkoelend drankje. De kinderen spotten pannenkoeken op het menu en tja, toen was het eigenlijk al beslist. Pannenkoeken werden het. Niks geen discussie. Alleen maar “Mama, kijk! Met Nutella!”

 

Na het drankje (en de nodige nutellavegen over gezichten) liepen we over de boulevard van Neum. Leuk hoor, maar echt mini. Alsof je een boulevard in de was hebt gedaan en hij per ongeluk gekrompen is. Hotel Sunce is daar het bekendste hotel, en je zag meteen waarom: de hele baai ervoor was één grote mensenmassa. Iedereen opgepropt als sardientjes in het water. Lekker knus, maar niet echt ons idee van ontspannen.

 

Heel even overwoog ik nog om door te rijden naar Dubrovnik. Want hé, we zijn nu zo dichtbij. Maar ja, dan moesten we ook weer terug. En de terugrit zou bijna drie uur duren. Dani had al een gezicht als een oververhitte pompoen en Vedran zag het helemaal niet zitten om nog zo lang te rijden. En eerlijk is eerlijk: als ik drie uur moest rijden met een auto vol mensen die elke tien minuten vragen of het nog lang duurt, en donkere kronkelende wegen zonder licht zou ik ook spontaan overwegen een nieuwe identiteit aan te nemen.

 

Thara en ik vonden het wel jammer. Ik vooral omdat je in Dubrovnik zulke fantastische Giricekunt eten. Kleine gebakken visjes, goudbruin, knapperig en zout zoals vakantie hoort te smaken. Maar! Ik had gelukkig thuis al wat voorwerk gedaan (altijd handig, een vrouw met een plan) en gezien dat Restaurant Laguna in Neum goed aangeschreven stond. Dus wij daarheen.

 

En wat stond daar, met glanzende letters en fonkelende hoop, op het menu?

 

GIRICE!

 

Mijn hart maakte een klein vreugdesprongetje. Het was alsof het universum fluisterde: “Anita, vandaag is jouw dag.” Wat Vedran heeft met de cevapi bij Zeljo in Sarajevo, heb ik met Girice. Het is pas vakantie als je vis hebt gegeten. En dus zat ik daar, als een kind zo blij, met mijn bordje vol gefrituurde geluksmomentjes. Iedere hap was een liefdesverklaring aan de Adriatische Zee.

 

Na het eten reden we terug via Čapljina, de regio waar mijn schoonmoeder vandaan komt. Het was al wat later, de lucht begon te kleuren, en de omgeving zag er magisch uit. Genoeg leuke plekjes gespot om morgen nog even op avontuur te gaan.

 

Eenmaal thuis: koffie, slippers uit, benen omhoog. Kinderen moe maar tevreden. En ik? Nog nagenietend van mijn girice-feestje.

 

Conclusie van de dag:

– Supermarkten dicht

– Bakkersvrouw nog steeds op haar zure best

– Neum klein maar fijn

– Dubrovnik komt een andere keer wel weer

– En Girice = vakantiegeluk op een bordje

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.