
Zeg eens eerlijk: wat is voor jou dé geur van vakantie? Voor sommigen is het de zwoele mix van zonnebrand, nat zand en kokos. Voor anderen de geur van versgebakken stokbrood bij de Franse bakker of de zilte bries van de zee in je haar. Romantisch. Poëtisch. Instagram waardig.
Voor mij? Nou… mijn vakantiegeur is iets minder picture perfect. Mijn geur van vakantie ruikt namelijk naar… prullenbak. Geen grap. Als het buiten warm is en ik ruik zo'n smeulende containerlucht, dan denk ik onmiddellijk: "Oooh Spanje!"
Raar maar waar.
Als kind gingen we namelijk vaak naar Spanje. Overdag verbrandden we onze schouders op het strand, 's avonds zwierden we in vakantieoutfits over de boulevard. En onderweg? Liepen we gegarandeerd minstens vijf keer langs zo’n dampende, halfopen kliko. Je weet wel, zo’n grote grijze bak met een deksel dat het al lang heeft opgegeven. De geur? Een broeierige cocktail van bananenschillen, oude sardientjes, warm plastic en een zweem van zonnebrandcrème factor twijfelachtig.
En tóch. Zodra ik die geur ruik bijvoorbeeld op een zomerse dag in Nederland, naast een supermarktcontainer in volle zon dan knik ik instemmend. Ja hoor, vakantiegevoel is er weer.
Hoe ons brein die dingen koppelt, ik heb geen idee. Je zou verwachten dat ik juist die geur zou willen vergeten. Maar nee. Voor mijn hoofd is het een soort nostalgische tijdreis. Een geur-teleportatie, met een directe vlucht naar de Costa del Sol. Zonder vertraging. Zonder handbagageproblemen.
Gelukkig is er hoop. Want mijn geurige vakantieherinneringen zijn in de loop der jaren wat… laten we zeggen… opgefrist. Na Spanje werd Kroatië onze nieuwe zomerbestemming. En daar ruikt de vakantie compleet anders.
Stel je voor: dennennaalden die warm worden in de zon. Zeezout dat op je huid opdroogt terwijl je langs een rotsachtig paadje naar een verborgen baai loopt. In Kroatië zijn de stranden vaak bezaaid met kiezelstenen in plaats van zand. Geen plek dus voor zandkastelen, maar wél voor stevige bilspieren als je probeert je handdoek fatsoenlijk neer te leggen zonder dat je elk steentje voelt. Gelukkig maken de naaldbomen veel goed. Ze staan als natuurlijke parasols langs de kustlijn, alsof ze al eeuwen weten dat mensen graag in hun schaduw dutjes doen. Op sommige strandjes is de strook tussen water en bos maar een paar meter breed, dus je zit letterlijk in een geurige sandwich van zeezout en dennenhars. Eén zuchtje wind, en je krijgt een gratis aromatherapie: zout, boom, vrijheid. Dát is mijn nieuwe geurpalet. Heerlijk. En eerlijk is eerlijk: dat is een stuk aantrekkelijker dan “Kliko Classico”.
Ik heb daar een paar keer op een klif gezeten, gewoon te kijken naar de zee, en dacht toen: dít is vakantie. Dit wil ik in een flesje. Niet omdat er iets heel bijzonders gebeurde geen muzikale zonsondergang of romantische dramatiek maar omdat het daar gewoon rook naar rust. Alsof alles langzamer ging. Alsof je adem automatisch dieper werd.
Maar die rare geurassociaties blijven me fascineren. Iedereen heeft ze. Een collega van me zwoer laatst dat vakantie voor hem ruikt naar… opblaasbare zwemband. Serieus. Dat rubberige plastic van een luchtbed dat net uit de verpakking komt. Of die geur van een strandbal die je eerst tien minuten moet opblazen terwijl je lichtelijk duizelig wordt. “Dat,” zei hij met een gelukzalige blik in z’n ogen, “is zomer.”
Iemand anders zei: “De geur van hotelshampoo.” En ik snap het. Die geur die altijd nét te sterk is maar ondertussen ook nét niet genoeg schuimt, die je normaal nooit zou gebruiken, maar op vakantie ruikt het ineens naar luxe. Naar witte handdoeken, airco en even geen to-dolijstjes.
Ik hoorde ook ooit iemand beweren dat vakantie voor hem rook naar “net gemaaid gras bij het zwembad”. Specifiek. Maar hij had gelijk. Dat heeft ook iets magisch. Je ruikt het en ineens hoor je in je hoofd het gespetter van kinderen, het gedreun van een opblaaskrokodil die vol op iemand landt, en het gesuis van de zon die nog uren zal blijven.
Zelf vind ik het vooral bijzonder dat geur zo krachtig is in herinneringen. Een liedje kan je ook terugbrengen, of een foto. Maar geur? Die neemt je mee zónder aankondiging. Je loopt over straat, denkt aan niks, en dan ineens BAM daar is-ie. De geur van 1996, boulevard in Spanje, ijsje in de ene hand, opwinding in de andere.
En oké… een kliko in de buurt.
Misschien is dat ook wat vakantie is. Niet per se die perfecte zonsondergang of die Instagramwaardige lunch aan zee. Maar juist die kleine, rare, onverwachte dingen die blijven hangen. De geur van je natte badpak in de zon. De geur van anti muggenspul. De geur van de auto waarin je dertien uur hebt gezeten en waar nog steeds een verdwaalde kaasstengel onder de stoel ligt.
Dus als je mij vraagt: "Wat is jouw ultieme vakantiegeur?"
Dan zeg ik: “Een mix. Van prullenbak tot naaldboom. Van container tot zeestroom.”
En weet je wat? Ik zou het voor geen goud willen missen.
Reactie plaatsen
Reacties