
Na mijn eerdere blog over de altijd-passief-agressieve uitdrukking “Met alle respect”, kwam er onlangs weer zo’n pareltje bovendrijven. Een zin waarbij ik acuut jeuk krijg op plekken waarvan ik niet wist dat ik daar jeuk kon krijgen. Een zin die begint als een empathisch haakje maar eindigt als een verbaal rookgordijn. Klaar voor nog zo’n taaljuweeltje?
“Wat dacht je van míj?”
Blegh. Daar gaan we weer.
Want dit zinnetje deze vier ogenschijnlijk onschuldige woorden is een meester in het kapen van elk gesprek dat ooit ergens naartoe leek te gaan. Je begint een kwetsbaar verhaal, misschien zelfs met een brok in je keel, en nog voordat je bij het emotionele hoogtepunt bent aangekomen, slaat iemand toe met die ene dooddoener:
“Ja… maar wat dacht je van mij?”
En BAM je verhaal, je pijn, je moment? Weg. Overgenomen. Overgeleverd aan de ego van je gesprekspartner.
Een kleine reconstructie
Stel je het volgende tafereel voor.
Je zit op de bank, glas thee in de hand, en je zegt:
“Nou, ik heb het even zwaar. Mijn knie is weer op slot, fysio zegt dat ik misschien moet stoppen met hardlopen…” Dit is overigens iets wat je mij nooit zal horen zeggen, als je mij echt kent!
Reactie van vriendin X:
“Wat dacht je van míj?! Ik heb vorig jaar mijn teen gebroken toen ik op een legoblokje stapte. Sindsdien voel ik me psychisch instabiel als ik in de buurt van kinderspeelgoed kom. Trauma. Echt waar.”
Euhm. Sorry?
Het gesprek dat begon als een momentje van connectie is nu een soort improvisatietheater waarin jij ineens bent gedegradeerd tot figurant. In jouw eigen scène.
Laten we het beestje bij de naam noemen
“Wat dacht je van mij” is de Voldemort onder de gesprekstechnieken. Het heeft een giftige ondertoon van: “Leuk dat jij wat voelt, maar ík heb pas écht wat meegemaakt.”
En heel eerlijk? Het is zelden kwaad bedoeld. Vaak komt het voort uit een diepgewortelde behoefte om gezien te worden. Om erbij te horen. Om ook even op het emotionele podium te mogen staan. Maar serieus, kan dat podium misschien even wachten tot ik mijn verhaal heb afgemaakt?
De empathie-omdraaitruc
Wat ik fascinerend vind aan “Wat dacht je van mij”, is hoe geraffineerd het klinkt. Het lijkt namelijk op het eerste gehoor alsof de ander wil meedenken. Alsof ze zeggen: “Laten we ook even naar míjn perspectief kijken.”
Maar in de praktijk voelt het meer als:
“Laten we jouw verhaal afbreken en mijn persoonlijke soapserie erin pluggen.”
Dat is geen empathie. Dat is de emotionele versie van fileparkeren midden op een rotonde.
Groepsvariant: het sneeuwbaleffect
En dan heb je nog de groepsvariant. Die is pas echt verraderlijk.
Je zit met collega’s in de lunchpauze en je zegt:
“Ik ben best verdrietig. Mijn kat is vorige week overleden.”
Bam.
Collega 1: “Ah joh, wat erg. Ik weet nog toen mijn hamster overleed…”
Collega 2: “Nou, mijn hond werd vorig jaar aangereden, vreselijk.”
Collega 3: “Ik heb nooit huisdieren gehad, maar toen mijn plant doodging voelde ik me zó leeg vanbinnen, het huis was ook ineens zo leeg.”
En daar zit je dan. Te luisteren naar een tragikomische optocht van dierenleed (en plantentrauma’s), terwijl jij alleen maar even wilde zeggen: “Ik mis mijn kat.”
Waarom doen mensen dit?
Heel simpel: mensen houden van herkenning. Van aansluiting. En in hun enthousiasme om te laten zien dat ze iets soortgelijks hebben meegemaakt, rammen ze het stuur om en duwen jouw verhaal de berm in.
Soms is het zelfs een ongemakkelijkheidsreflex. Ze weten niet wat ze moeten zeggen, dus slingeren ze een eigen anekdote in de ring. En voor je het weet zit je ineens te luisteren naar hoe hun buurvrouw ook ooit een knie had die kraakte.
Wat had je dan willen horen?
Nou. Iets als:
- “Wat rot voor je.”
- “Wil je erover praten?”
- “Hoe gaat het nu met je?”
- Of gewoon: “Jeetje.”(En dan even stil zijn. Mag best.)
Een simpel luisterend oor is vaak alles wat iemand nodig heeft. Niet een lijst met vergelijkbare trauma’s. Niet een wedstrijdje ellende. Niet een omslachtige anekdote over je nichtje haar vriend zijn schoonmoeder die óók iets vergelijkbaars heeft meegemaakt, maar dan erger.
Wat dacht je van… gewoon even luisteren?
Stel je voor: je hebt pijn, je voelt je kwetsbaar, en iemand zit tegenover je en luistert écht. Geen onderbrekingen. Geen “maar ik dan?” Geen spontane wendingen naar het levensverhaal van hun ex.
Gewoon even: jij en jouw verhaal.
Dat is verbinding. Dat is empathie. En dat is zeldzaam genoeg om te koesteren.
Tot slot
Dus de volgende keer dat iemand iets met je deelt, en je voelt die “Wat dacht je van míj?” opkomen haal even diep adem. Laat hem gaan. Knuffel je innerlijke behoefte aan aandacht, en laat die ander z’n moment hebben. Je krijgt jouw moment heus wel weer.
En geloof me: jouw verhaal komt veel beter tot zijn recht als je het niet in iemand anders’ verdriet hoeft te duwen.
PS: Deel dit blog gerust met die ene vriendin, collega of oom die altijd nét even de spotlight weet te verplaatsen. Subtiele hint? Zeker weten. Maar hé — wat dacht je van mij?
Reactie plaatsen
Reacties